Ik sta met mijn hand tegen een enorme zuil geleund. En kijk naar een beeld van Jeanne d’ Arc. Zij ligt geknield in krijgstenue te bidden. Dat schijnt zij ook echt 800 jaar geleden hier gedaan te hebben. De zuil waar ik mijn hand tegen houd in de kathedraal van Auxerre stond er toen ook al. Jeanne d’ Arc is al lang in rook opgegaan, deze stoere kerk nog niet. Al meer dan 800 jaar overeind en in functie.
Zou deze kerk er over 800 jaar nog stééds staan? Zal onze Grote Kerk in Drachten dan nog bestaan? Of staat Nederland dan onder water en worden er duikexcursies georganiseerd naar de restanten van de Nieuwe Kerk in wat ooit Amsterdam was?
Wij maken onze bouwwerken niet voor de eeuwigheid. De stormvloedkering in de Oosterschelde is berekend op een levensduur van zo’n 200 jaar. De Erasmusbrug in Rotterdam zou die 200 jaar niet eens halen. En hoe lang zal dat mooie gebouw van de Gasunie in Groningen overeind blijven? Of kan dat wel tegen een bevinkje?
Wat een gedachten allemaal met mijn hand daar tegen dat oude koele steen. Ik probeer die 800 jaar bestaanstijd te ervaren. Het steen voelt aangenaam aan, maar de geschiedenis die deze zuil allemaal heeft opgezogen lijkt ook versteend. Het verleden bestaat niet meer en de toekomst is erg ongewis. Kom op, maar weer eens naar buiten dan.
Daar zijn allemaal koperen driehoekjes in de trottoirs aangebracht. Het zijn een soort pijlen die de richting aangeven van een stadswandeling langs alle ‘highlights’ van Auxerre. Wat een leuk idee om dat zo in de stoepen aan te geven. Zo weten wij in elk geval deze dag welke kant wij op moeten. Dat is wel zo handig in het leven.
Hoewel, de route ligt wel meteen erg vast. Zó moet je lopen en dát moet je zien. Een beetje onwrikbaar als die stenen in de kathedraal. Die hebben een mooi monument opgeleverd, maar het leven is toch wat meer dan alleen maar bezienswaardigheden bewonderen? Vooruit, laten wij ook eens ongebaande wegen gaan.

René Romijn